De Nederlandse regering heeft in maart besloten zelfstandige ondernemers die lijden onder de Coronacrisis te ondersteunen met de zogeheten TOZO. Dit staat voor Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers. De regeling is er om het inkomen van zelfstandigen die door de coronacrisis met financiële problemen kampen tot een sociaal minimum aan te vullen. Er zijn mogelijkheden tot inkomensondersteuning en/of een lening voor bedrijfskapitaal.
Doordat de TOZO lokaal afgehandeld wordt verscheelt het sterk wanneer men de steun ontvangt na de aanvraag. Zo is er bijvoorbeeld in Friesland bij een ondernemer al 1 week na de aanvraag gestort, waar bij mensen in andere gemeentes dit pas na enkele weken het geval was. Veel ZZP-organisaties krijgen hierover klachten binnen. Maar hoe kan het nou dat er zo’n groot verschil in zit per gemeente?
Niet elke gemeente is op hetzelfde moment begonnen met het openen van dit speciale loket. Tevens kan de ene gemeente meer informatie aanvragen dan de andere waardoor de procedures ingewikkelder en langer kunnen zijn. Om dit tegen te gaan heeft de overheid een modelformulier beschikbaar gesteld en gemeentes die overbodige informatie opvragen, waardoor het proces vertraagd, zullen door de overheid hierop worden gewezen.
Naast de bovenstaande twee redenen kan het ook liggen aan de capaciteit van de specifieke gemeente. Hoe meer mensen het aanvragen, hoe meer personeel er nodig is om deze te verwerken en dit is niet altijd haalbaar. Ook geven gemeentes prioriteit aan bepaalde aanvragen waardoor het principe van wie het eerst komt wie het eerst maalt niet altijd opgaat.
Om de zelfstandigen zo snel en zo goed mogelijk te ondersteunen heeft de overheid aan de gemeentes meegedeeld dat de maximale afhandelperiode acht weken is. Men streeft echter naar vier weken.
De regeling geldt vooralsnog tot 1 juni 2020 en kan met terugwerkende kracht vanaf 1 maart worden aangevraagd bij de lokale gemeentes. Of en tot wanneer de overheid deze regeling zal gaan verlengen is nog niet duidelijk.