Volgens de Belastingdienst en het UWV is de uitvoering van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering problematisch.
De Belastingdienst vindt het plan (in haar huidige vorm) niet goed uitvoerbaar en het UWV is van mening dat de uitvoering te ingewikkeld wordt. De beide instanties hebben dit ook in een brief aan de minister van Sociale Zaken (Wouter Koolmees) kenbaar gemaakt.
In maart van dit jaar hebben de sociale partners een gedetailleerd advies voor een dergelijke verplichte regeling gepresenteerd. De premies zouden dan geïnd worden door de Belastingdienst en het UWV zou vervolgens de uitkering betalen. Minister Koolmees heeft kenbaar gemaakt dit advies over te willen nemen. Gelijktijdig benadrukt hij wel de bezwaren van de partijen die voor de uitvoering van een dergelijke wet moeten zorgen.
Te ingewikkeld
De Belastingdienst en het UVW vinden uiteindelijk dat de regeling toch te ingewikkeld is. Dit omdat ZZP’ers allerlei keuzes krijgen. De keuzes zouden voor meer draagvlak onder ZZP’ers moeten zorgen. Door middel van het bieden van opties aan ZZP’ers zouden zij zelf kunnen kiezen om, tegen een hogere premie, al na 6 maanden arbeidsongeschiktheid een uitkering te krijgen. Wil men voor een lagere maandpremie gaan, dan is de wachttijd automatisch langer. Tevens kunnen ZZP’ers middels een opt-out er voor kiezen om hun verzekering zelf bij een private verzekeraar af te sluiten.
Koolmees verwacht begin 2021 een wetsvoorstel te presenteren
Het advies van de Belastingdienst en het UWV is dan ook om de regeling simpel te houden. Minister Koolmees heeft de Tweede Kamer meegedeeld de komende tijd in gesprek te gaan met werkgeversorganisaties, verzekeraars, vakbonden en de uitvoerende instanties (de Belastingdienst en het UWV). De minister verwacht begin 2021 met een wetsvoorstel te komen om de verzekeringsplicht uitvoerbaar, betaalbaar en uitlegbaar te maken.